De meeste asielzoekers willen graag werken en veel werkgevers hebben personeel hard nodig in de huidige krappe arbeidsmarkt. Asielzoekers mogen na zes maanden in de asielprocedure in Nederland onder voorwaarden werken. Er is bijvoorbeeld een tewerkstellingsvergunning (TWV) nodig die de werkgever moet aanvragen. De eis dat asielzoekers maar maximaal 24 weken per jaar mogen werken is met de uitspraak van de Raad van State op 29 november 2023, vervallen. Dat mag nu onbeperkt. Vluchtelingen uit Oekraïne hoeven geen asielprocedure te doorlopen en mogen vanuit Europese bepalingen direct aan de slag.

Asielzoekers moeten vaak lang wachten op de uitkomsten van de asielprocedure en daarna huisvesting in de gemeente. Dit wordt door veel bewoners ervaren als verloren tijd en uit onderzoek blijkt dat werk een belangrijk onderdeel is van integratie. Dat slechts rond de 4% van deze groep werkt, heeft te maken met de belemmeringen die er zijn. De 24-weken-eis was een belangrijke belemmering, maar die is met de uitspraak van de Raad van State op 29 november komen te vervallen. Asielzoekers mogen nu onbeperkt werken na 6 maanden in de asielprocedure. Er zijn meer belemmeringen. De verplichte TWV is bijvoorbeeld vrij onbekend bij werkgevers en zijn er wachttijden voor het inschrijven van asielzoekers waardoor praktische zaken niet geregeld kunnen worden. Wat ook niet helpt is dat werkenden rechten verliezen als zij uitstromen naar een gemeente. Ten slotte is het belangrijk dat asielzoekers goed begeleid worden richting werk. Het COA pleit voor het opzetten van een begeleidingsstructuur

Asielzoekers kunnen bijvoorbeeld schoonmaken en helpen bij onderhoud van de gebouwen of de tuin in het asielzoekerscentrum. Dat kan zonder vergunning en maximaal 25 uur per week. Hiervoor krijgen bewoners een kleine vergoeding van €0,56 tot €1,10 per uur met een maximum van €14 per week. Met een vreemdelingenidentiteitsbewijs kunnen bewoners ook aan aan de slag als vrijwilliger in de buurt. Bijvoorbeeld in het buurtcentrum, wandelen met ouderen, tuinen opknappen, verhuizen voor minima of groente telen in de buurttuin. Op 38 locaties (van de 180) heeft het COA Meedoenbalies om bewoners te begeleiden in activiteiten en vrijwilligerswerk. Het streven is om 80% van de bewoners te begeleiden naar vrijwilligerswerk of activiteiten buiten de deur en de Meedoenbalies uit te breiden naar minimaal 60. In Almere is in samenwerking met de gemeente, Randstad en het ministerie van SZW een pilot gestart om asielzoekers en statushouders te helpen aan betaald werk.

Vluchtelingen die tijdens de asielprocedure hebben gewerkt, vrijwilligerswerk hebben gedaan en taallessen hebben gevolgd, integreren sneller. Het COA biedt haar bewoners samen met partners een dagbesteding die hen voorbereidt op de toekomst in Nederland of het land van herkomst. Asielzoekers met een grote kans op een verblijfsvergunning, starten zo vroeg mogelijk met taallessen en kinderen gaan binnen drie maanden naar school. Statushouders volgen in de asielopvang het programma ‘Voorbereiding op inburgering’ met onder meer Nederlands als tweede taal (NT2), lessen ‘Kennis van de Nederlandse maatschappij’ en de introductiemodule ‘Arbeidsmarkt en participatie'.

Na 5 jaar heeft circa 42% van de mensen met een asielachtergrond een baan. Hoe langer zij in Nederland zijn, hoe hoger dat aandeel wordt. Deze groep werkt vaak met flexibele contracten in de horeca en in de uitzendbranche. Omgekeerd zie je dat het aantal statushouders dat afhankelijk is van een uitkering na verloop van tijd daalt: anderhalf jaar na de verblijfsvergunning is dat 90%, drie jaar later 51% en nog eens twee jaar later 42%. Er blijken veel hobbels te zijn voor deze groep om aan het werk te komen. In het coalitieakkoord van 2022 is voorgenomen om het voor kansrijke asielzoekers en statushouders gemakkelijker te maken om (vrijwilligers)werk te doen. Er ligt een plan waar gemeenten, partners en uitzenders aan meegewerkt hebben, om statushouders sneller aan het werk helpen. Bijvoorbeeld door deze groep in het asielzoekerscentrum al te koppelen aan potentiële werkgevers en te zorgen voor startbanen.