Veel gestelde vragen

Mensen die in ons land een verblijfsvergunning krijgen (statushouders), moeten inburgeren. Daarbij hoort het verplicht leren Nederlands lezen, schrijven en spreken. Zij leggen een examen af in het Nederlands. Zolang zij nog in de COA-opvanglocatie verblijven kunnen zij alvast het COA-programma ‘Voorbereiding op inburgering’ volgen. Taallessen zijn een vast onderdeel van dit programma. Aan het begin van het programma wordt gekeken of iemand een snelle, gemiddelde of langzame leerling is. Aan de hand hiervan deelt de docent de cursist in 1 van de 3 niveaugroepen in.

Asielzoekers die (nog) géén verblijfsvergunning hebben, zijn niet verplicht om Nederlands te leren, maar als ze dat willen, kan het. Alle asielzoekers kunnen op een COA-opvanglocatie lessen ‘Basaal Nederlands’ volgen. Ze krijgen dan les van vrijwilligers. Asielzoekers die een goede kans maken op een verblijfsvergunning kunnen op een aantal COA-locaties ook lessen ‘Nederlands als tweede taal’ (NT2) volgen. Deze lessen worden gegeven door professionele NT2-docenten.

Het COA biedt mensen in totaal 24 uur Nederlandse les aan. We zouden van de overheid graag de financiële middelen krijgen om zowel de lesuren als het aantal NT2-docenten uit te kunnen breiden, zodat meer asielzoekers nog beter Nederlands leren.  

Ja. De meeste asielzoekers willen graag werken, en de kans op betaald werk wordt groter als je kunt lezen, schrijven en spreken in het Nederlands. Ook helpt het spreken van Nederlands bij het opbouwen van sociale contacten.