Op het totaal aantal vrijkomende sociale huurwoningen van corporaties, wordt gemiddeld 5 tot 10% aan statushouders toegewezen en meer dan 90% aan andere woningzoekenden. In 2022 zijn er in totaal 2,3 miljoen sociale huurwoningen en daar komen er jaarlijks gemiddeld 200.000 van vrij. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de huisvesting van statushouders. Dat zijn asielzoekers die in Nederland een verblijfsvergunning hebben gekregen omdat ze zijn gevlucht voor oorlog, geweld of vervolging.

Elk jaar wordt bepaald hoeveel mensen met een verblijfsvergunning, statushouders, elke gemeente moet huisvesten. Dat gebeurt door het aantal te verwachten statushouders te verdelen over gemeenten op basis van het aantal inwoners. In de tweede helft van 2023 gaat het in totaal om 27.300 statushouders. Daarnaast hebben gemeenten in de eerste helft van het jaar een achterstand van 5.100 vergunninghouders opgelopen. In 2022 hebben gemeenten in totaal 29.000 statushouders gehuisvest. Gemeenten bepalen zelf hoe zij met de huisvesting van deze groep omgaan. Ongeveer de helft van de gemeenten in Nederland heeft een regeling waarmee ze voorrang verlenen aan bepaalde groepen woningzoekenden. Vaak horen statushouders daarbij. De wettelijke verplichting om statushouders voorrang te geven is in 2017 vervallen. 

Begin 2023 verblijven er ruim 16.000 statushouders bij het COA in de opvang die wachten op een woning. Om te zorgen dat deze groep het COA vlot verlaat (deze plekken zijn hard nodig voor asielzoekers) en kan starten met inburgeren, moeten er meer woningen worden toegewezen aan statushouders. Gemeenten en rijksoverheid vergroten de woningvoorraad met flexwoningen en omgebouwde panden (zoals kantoorpanden). Deze tijdelijke woningen zijn ook bedoeld voor andere urgente woningzoekenden (aandachtsgroepen, starters).