Welke concrete plannen voor asielopvang heeft jullie gemeente?
“In november openen wij voor 2 jaar een noodopvanglocatie voor maximaal 150 mensen. Dit is een gebouw aan de rand van een bedrijventerrein. We nemen de locatie in gebruik na afronding van de belangrijkste veiligheidsmaatregelen.”
Bereiden jullie je ook voor op structurele opvang?
“Het COA vroeg ons om de noodopvanglocatie na 2 jaar beschikbaar te stellen voor reguliere opvang. Dat overwegen we, maar wij vinden de locatie niet ideaal omdat deze bijna aan de snelweg ligt. Bovendien is het gebied bedoeld om bedrijvigheid te ontwikkelen vanwege de dalende werkgelegenheid. De buurbedrijven zijn bezorgd. Sommige van hen geven aan dat ze willen investeren in uitbreiding, maar dat ze dat nu aanhouden vanwege onzekerheid over de toekomst van het terrein."
Boudewijnse vervolgt: “Ook op andere plekken in de gemeente vinden we tot nu toe nog geen geschikte plek. We zoeken al 1,5 jaar. Gooise Meren is een woongemeente, er zijn niet zoveel grote gebouwen. Locaties die beschikbaar komen, zijn vaak te klein of te duur voor het COA om aan te passen. Daar komt bij dat er nu Oekraïners wonen in opvanglocaties die geschikt zouden zijn voor asielopvang. Onze taakstelling is 389 mensen opvangen, dus met de 150 straks in de noodopvang hebben we nog een uitdaging.”
Hoe betrekken jullie inwoners bij dit onderwerp?
“Onder andere via een klankbordgroep en het buurtplatform. Daarnaast hebben we een digitale nieuwsbrief en we nodigen mensen uit om te reageren via een speciaal e-mailadres. Een toenemende groep inwoners zegt: natuurlijk moeten we mensen opvangen. Deze geluiden van inwoners die willen helpen, worden steeds sterker. Ze vragen of ze in contact kunnen komen met de bewoners van de opvanglocatie.
Onze samenleving is verdeeld want er zijn ook mensen die hun zorgen uiten. Ons besluit voor de noodopvang is bijvoorbeeld slecht ontvangen. Daarover informeerden we inwoners pas na het besluit; zij voelden zich overvallen. Dat is een lastig dilemma: ga je iedereen meenemen in alle locaties die je overweegt, waarbij het grootste deel afvalt? Of informeer je je inwoners zo snel mogelijk nadat je afspraken met het COA hebt gemaakt? Er is geen ideale oplossing.
Na het besluit organiseerden we inspraak voor inwoners. Omwonenden van de noodopvanglocatie en ondernemers uit de omgeving nodigden we uit om de locatie bezoeken. Daarnaast organiseerden we voor de zomer twee informatiebijeenkomsten. Die werden zo druk bezocht dat we er nog twee extra organiseerden. De emoties liepen hoog op; inwoners waren boos en maakten zich zorgen. Ze begrepen de keuzes van de gemeente niet. Ik vind dat als bestuurder ingewikkeld. We zien dat mensen niet behoorlijk worden opgevangen en willen daarin helpen, maar je eigen inwoners vinden dat je aan hen voorbijgaat.”
Wat was tot nu toe de grootste uitdaging?
“Beeldvorming. We hebben het COA gevraagd om een diverse groep asielzoekers te plaatsen, maar de angst is: er komen 150 alleenstaande mannen en die zouden nog weleens voor overlast kunnen zorgen. Wij hoorden dat in Schagen van tevoren hetzelfde beeld leefde en bezochten een asielopvang in die gemeente. Ik vond het geruststellend dat de locatiemanager daar vertelde, dat als je 3 weken verder bent, het al een stuk rustiger is. Maar het is duidelijk dat die angsten overal leven.
De verhalen in sommige landelijke media helpen ook niet mee. Het gebeurt te vaak dat alleen de negatieve kant in beeld komt, zoals een heftige bewonersbijeenkomst; tegen de beeldvorming die dan ontstaat heb je als gemeente geen instrument.”
Hoe is de samenwerking met het COA hierin?
“Het COA was buitengewoon meewerkend bij alle bijeenkomsten en de informatieavond. Maar niet iedereen was even vaardig om met de boosheid van de inwoners om te gaan. Het zou helpen als een ervaren COA-medewerker inhoudelijk iets kan vertellen over een gemeente die dit proces al doorliep. Of dat het COA een omwonende van een andere opvanglocatie uitnodigt om tijdens een bijeenkomst – uit eigen ervaring – te vertellen over samenleven met azc-bewoners.”
Hoe werken jullie samen met andere gemeenten in de regio?
“Er is regionaal overleg over asielopvang en opvang van Oekraïners. We proberen als gemeenten onze krachten te bundelen. Bijvoorbeeld in voorzieningen voor onderwijs aan kinderen, waar meerdere gemeenten gebruik van maken. Tegelijkertijd zijn onze buurgemeenten – net als wij – woongemeenten met dezelfde uitdaging in het vinden van een locatie.”
Waar ben je trots op?
“Dat wij als gemeente proberen bij te dragen aan de opvang van asielzoekers. De gemeenteraad is kritisch over de locatie van de noodopvang, maar is positief over het opvangen van asielzoekers omdat wij als gemeente willen bijdragen aan asielopvang. De raad steunt het beleid van het college van burgemeesters en wethouders en heeft het college opgeroepen: kom met een locatie. Niet iedere gemeenteraad doet dat, dus daar ben ik trots op.”