“In Syrië was het leven goed. Ik was gelukkig met mijn gezin en werkte als elektricien bij de overheid. Totdat de oorlog uitbrak. Ik liep gevaar en maakte me zorgen over de toekomst van mijn kinderen. Daarom vluchtte ik in juli 2020 naar Nederland. Mijn vrouw en drie kinderen, een dochter van 20 en twee zonen van 16 en 18, verblijven nog steeds in Syrië.

Lesboek

Toen ik in februari dit jaar mijn verblijfsvergunning kreeg, heb ik meteen gezinshereniging aangevraagd. Ik verhuisde naar azc Maastricht en wilde daar heel graag starten met mijn integratie en Nederlands leren. Ik meldde me aan voor NT2-les, maar vanwege corona waren er geen groepslessen. Daarom kreeg ik van een COA-medewerker een lesboek Nederlands, zodat ik zelf aan de slag kon. Ook vertelde zij mij over de mogelijkheid om te wandelen en praten met mensen uit Maastricht.

Walk & Talk

Vanaf april deed ik mee aan de het project Walk & Talk van het COA en de Vertaalacademie in Maastricht. Zo heb ik student Roger leren kennen, met wie ik nog steeds elke week wandel in het centrum van Maastricht. Met hem kan ik mijn Nederlands oefenen, en hij leert me ook van alles over Maastricht en de Nederlandse cultuur. We zijn zelfs vrienden van elkaar geworden. Het is gezellig om er samen op uit te gaan.

Koken

Sinds een paar maanden doe ik ook vrijwilligerswerk buiten het azc. Op woensdag en vrijdag werk ik in de keuken van Athos EET, een eetcafé in Maastricht. Daar werken mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Ik heb dit baantje gevonden via de Meedoen-balie in het azc. Daar kun je aangeven dat je vrijwilligerswerk wilt doen. In het eetcafé kook ik Nederlands, maar maak ik ook Syrische gerechten, zoals falafel en hummus. Vorige week heb ik op de barbecue kebab gemaakt.

  • Eiad aan het werk in de keuken van eetcafé Athos EET
    © Ger Loeffen

Aardige collega’s

Ik hou van koken, maar het werk bij Athos is voor mij ook belangrijk omdat ik dan Nederlands praat. Misschien vergroot het ook de kans op betaald werk. In de pauze klets ik met mijn Nederlandse collega’s. Tot vandaag was ik daar de enige Arabisch sprekende, dus moest ik wel Nederlands praten. Nu werkt er via mij ook een Syrische vriend. De sfeer bij Athos is goed. Ik ben blij met het werk en de aardige mensen die er werken.

Taalmaatje

Een van mijn Athos-collega’s hielp mij bij het aanvragen van een taalmaatje. Zo kwam ik in contact met een gepensioneerde huisarts die in het centrum van Maastricht woont. Elke dag ga ik een uurtje naar haar toe. Dan praten we Nederlands, een beetje Engels en gebruiken we Google Translate. Ik vind het best moeilijk om Nederlands te leren. Misschien doordat ik al vijftig ben? Soms lijkt het alsof ik alle nieuwe woorden meteen weer vergeet.

Schoonmaken

Het is prettig om elke dag zo actief bezig te zijn. Ik doe ook elke dag met Asito een paar uur schoonmaakwerk in de kantoren van het azc. Dat doe ik samen met een andere bewoner, maar wij praten niet veel. Het is best hard werken. Dat is prima, want ik wil iets te doen hebben, en niet teveel piekeren op mijn kamer. Ik maak me zorgen om mijn familie en mijn kinderen die in Syrië niet naar school kunnen. Zijn ze veilig? Mogen ze ooit hiernaartoe komen? 

Eigen huis

Hopelijk komt mijn gezin snel naar Nederland. Ik heb ze nu twee jaar niet gezien en mis ze enorm. Binnenkort krijg ik een eigen huis in Maastricht. Zodra ik daar woon, begin ik met de inburgeringscursus in de gemeente. Ik moet zo snel mogelijk Nederlands leren. Misschien wil ik in Nederland kok worden of elektricien, maar als ik de taal niet spreek krijg ik geen werk. Als ik straks een huis heb, en werk, en mijn gezin is hier, dan begint mijn leven in Maastricht pas echt.”