Ten tijde van de hoge instroom in 2015 gebruikte het COA in Heumensoord in Nijmegen een opvanglocatie in de vorm van paviljoens, geschikt voor 3.000 bewoners. De bewoners daar bevonden zich in de rust- en voorbereidingstermijn (rvt). Normaal duurt deze fase van de asielprocedure enkele weken, ten tijde van de hoge instroom enkele maanden. Een situatie waar veel huidige bewoners zich overigens nu ook in bevinden.

Deze bewoners ontvingen op grond van de Rva 2005 verstrekkingen in natura. Een aantal bewoners heeft destijds een aanvraag gedaan voor het verstrekken van een dagvergoeding (zakgeld of leefgeld). Het COA heeft deze aanvragen afgewezen omdat op grond van de Rva 2005 een dagvergoeding niet mogelijk was. Vijf jaar procederen bij rechtbanken en Raad van State volgde. Kernvraag was of het wel redelijk is om vreemdelingen die zich zo lang in de rvt-fase bevinden geen dagvergoeding te geven. Het standpunt van het COA is dat dit op grond van de Rva 2005 niet mogelijk is. 

Uiteindelijk is het COA door de Raad van State op 29 juli 2020 in het gelijk gesteld. De Raad van State heeft nu geoordeeld dat de omstandigheid dat de rvt lang duurt geen reden is om af te wijken van artikel 9 lid 5 Rva 2005. Het COA is derhalve niet verplicht een dagvergoeding te verstrekken in de rvt-fase.