Het is dan ook zeer urgent dat er op zeer korte termijn nieuwe opvanglocaties voor asielopvang kunnen worden geopend. Om te zorgen dat er in de tussentijd toch voldoende opvangplekken zijn, gaat het COA op korte termijn tijdelijk extra inzetten op het gebruik van meer commercieel vastgoed, zoals hotels en vakantieparken. Ook wordt het programma van eisen op opvanglocaties tegen het licht gehouden. Op die manier kunnen bijvoorbeeld extra plekken op een locatie komen tijdens een verbouwing. Samen met het ministerie van Justitie en Veiligheid wordt de logeerregeling benut om meer vergunninghouders te laten logeren en zo een goede start te laten maken met hun integratie en participatie. Daarnaast worden scenario’s uitgewerkt voor als deze inzet op korte termijn onvoldoende blijkt. Daarbij is crisisnoodopvang, in samenwerking met de veiligheidsregio’s, het uiterste redmiddel, mits dit uiteraard met inachtneming van de RIVM-maatregelen kan worden georganiseerd.

Uitstroom naar gemeenten

Ook komt er extra inzet om sneller asielzoekers met een verblijfsvergunning uit te laten stromen naar gemeenten. Dit zijn mensen die bijvoorbeeld zijn gevlucht voor oorlog of vervolging en in Nederland een veilig verblijf krijgen. De verwachting is dat komend half jaar (januari tot en met juni 2021) 13.500 van deze vergunninghouders in een gemeente gehuisvest moeten worden. Hetzelfde aantal wordt verwacht voor het aansluitende halfjaar. De toename van de zogeheten taakstelling wordt mede veroorzaakt doordat de Immigratie- en Naturalisatiedienst een achterstand van ruim 15.000 asielzaken wegwerkt. De afgelopen jaren schommelde de halfjaarlijkse taakstelling tussen 5.500 (in de tweede helft 2019) en 23.000 (ten tijde van de hoge asielinstroom).

Ondersteuningspakket gemeenten

Deze aantallen stellen gemeenten voor een enorme opgave, mede ook door het tekort aan woningen. Daarom is een ondersteuningspakket samengesteld gericht op opvang, huisvesting, inburgering en integratie. Dit pakket wordt de komende tijd door de betrokken ministeries, de VNG en het IPO verder uitgewerkt en zal worden vastgelegd in een Integrale Uitvoeringsagenda. Op die manier kunnen al deze zaken integraal door de betrokken partijen worden benaderd en opgepakt.

In elk geval wordt de komende tijd samen met medeoverheden gewerkt aan tussenvoorzieningen of doorstroomwoningen om mensen tijdelijk op te vangen. Lokaal kunnen gemeenten, woningcorporaties en huurdersorganisaties prestatieafspraken maken over het uitbreiden van de woningvoorraad, bijvoorbeeld voor het huisvesten van specifieke doelgroepen zoals alleenstaanden en grotere gezinnen. Het ministerie van BZK zet zich in om de samenwerking via prestatieafspraken te stimuleren.

Daarnaast wordt bekeken of een financiële impuls kan worden gegeven aan gemeenten die snel vergunninghouders huisvesten. Het geld dat normaal door het ministerie van Justitie en Veiligheid uitgegeven wordt aan het COA vanwege langdurig verblijf, zou dan naar de gemeente kunnen. Gemeenten hoeven voor huisvesting niet alleen te kijken naar sociale huurwoningen, maar kunnen vergunninghouders ook onderbrengen in verbouwde kantoorpanden, flexwonen of kamerverhuur.

Ook komt er een aanzienlijke groep nieuwe inburgeraars aan onder de Wet inburgering 2013. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid brengt op dit moment in kaart wat daarvan de gevolgen zijn. Zoals eerder dit jaar overeengekomen met de VNG stelt het ministerie vanaf 2021 opnieuw middelen beschikbaar voor de ondersteuning van inburgeraars onder het huidige stelsel. Vanaf dat jaar gaat het cumulatief om 25,5 miljoen euro voor gemeenten. Over de invulling van deze financiële regeling vindt nog overleg plaats met de VNG.

Het volledige ondersteuningspakket wordt in de komende periode nader uitgewerkt.

Landelijke Regietafel Migratie & Integratie 

Aan de Landelijke Regietafel Migratie & Integratie (LRT) nemen de ministeries van Binnenlandse Zaken, Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Justitie en Veiligheid deel, evenals Jetta Klijnsma namens de Commissarissen van de Koning, Theo Weterings namens de VNG, het Interprovinciaal Overleg en het COA. Op verzoek van de LRT vinden sinds november 2019 regelmatig provinciale overleggen plaats om nieuwe opvangplekken te realiseren. Er is in beeld gebracht hoeveel plekken er per provincie nodig zijn, en met de Commissarissen en de VNG is afgesproken dat de regio’s aan de slag gaan met concrete voorstellen voor locaties. In Groningen zijn inmiddels een kleine 500 extra plekken gerealiseerd waarmee volledig aan de vraag is voldaan, en in Noord-Brabant zijn er ruim 300 extra plekken bijgekomen.