Dit geldt voor vergunninghouders die in 2016 en 2017 worden gehuisvest op basis van de taakstelling van de gemeente. De einddatum is 31 december 2017. Deze middelen zijn bedoeld voor integratie en participatie, maar ook voor andere gemeentelijke voorzieningen voor vergunninghouders zoals leerlingenvervoer, bijzondere bijstand, jeugdgezondheidszorg, jeugdhulp.
Reguliere werkwijze bij huisvesting van een vergunninghouder vanuit het azc in een gemeente
Informatie over de manier waarop de registratie en telling van gehuisveste vergunninghouders plaatsvindt is van belang, omdat de bijzondere vergoeding per 31 december 2017 eindigt.
Voor de uitbetaling van de bijzondere vergoeding geldt de datum waarop het COA registreert dat de vergunninghouder is uitgeschreven.
Als de vergunninghouder een huurcontract heeft getekend meldt de gemeente bij het COA dat de vergunninghouder gehuisvest is. Het uitschrijfbeleid is bij het COA aangescherpt. Dit betekent dat vergunninghouder in principe binnen maximaal 14 dagen na de ingangsdatum van het huurcontract wordt uitgeschreven. Het moment van uitschrijving geldt als moment waarop de vergunninghouder wordt geregistreerd als gehuisvest in de gemeente.
Bijzondere situaties
amv en zelfvestigers
Een relatief kleine groep vergunninghouders moet actief door de gemeente zelf worden afgemeld bij de COA-Informatielijn. Dit zijn bijvoorbeeld amv-vergunninghouders en vergunninghouders die rechtstreeks vanuit het azc zelfstandig huisvesting vinden.
Als een gemeente rond 15 december aan het COA meldt dat een vergunninghouder het huurcontract heeft getekend, mag dus verwacht worden (in verband met de twee weken die nodig is om de vergunninghouder uit te schrijven) dat het COA in 2017 de uitschrijving nog verwerkt (de uitschrijvingen vinden ook gedurende de kerstperiode plaats).
Als een gemeente tussen 15 december en 31 december 2017 meldt dat een vergunninghouder het huurcontract heeft getekend, is het dus niet zeker dat dit door het COA nog in 2017 geregistreerd kan worden. Als de registratie van de vergunninghouder door het COA niet uiterlijk op 31 december plaats heeft gevonden, telt deze mee in de eerste helft van 2018. Voor deze vergunninghouder ontvangt de gemeente dus niet meer de bijzondere vergoeding van € 4.430.
Nareizigers
Een vergunninghouder kan een machtiging tot voorlopig verblijf aanvragen (MVV) voor nareizende gezinsleden. Zodra op de MVV-aanvraag positief is beslist worden de nareizigers (in TVS) gekoppeld aan de gemeente waar de vergunninghouder woont.
Binnen 3 dagen na inreis in Nederland moeten de nareizigers een afspraak maken in Veenhuizen. Als de gezinsleden op de afgesproken dag en tijd komen, kunnen ze binnen drie dagen Veenhuizen weer verlaten met een BRP-inschrijving en een verblijfsdocument op de juiste naam. Zodra de nareizigers worden uitgeschreven bij COA (14 dagen na de melding van de IND dat de verblijfpas kan worden afgehaald op een IND-loket) worden zij meegeteld voor de taakstelling. De gemeente ontvangt dan ook de daarbij behorende vergoedingen.
Voor- en achterstanden
Bij de start van de regeling werd de volgende werkwijze gehanteerd.
Eventuele achterstanden in de taakstelling tot en met 31 december 2015 werden in mindering gebracht op de realisatie van de taakstelling over de jaren 2016 en 2017. Een eventuele voorsprong tot en met 31 december 2015 telde mee bij de realisatie van de taakstelling over de jaren 2016 en 2017.
Meer informatie
Voor meer informatie kunt u terecht bij de COA-Informatielijn.