“Gemeenten in Nederland moeten zich voorbereiden op de komst van veel mensen uit Oekraïne, die opvang nodig hebben. Tegelijkertijd weten we nu al dat er voor 1 juli ook 7.000 plekken nodig zijn voor asielzoekers en statushouders uit andere landen die op de vlucht zijn. Sommigen zijn hier al en krijgen opvang en begeleiding bij het COA, anderen komen nog. Dit kun je alleen integraal goed oplossen’’, zegt bestuursvoorzitter Milo Schoenmaker van het COA.

De opvang van Oekraïners is maandag 7 maart besproken in het Veiligheidsberaad, het overleg van de 25 veiligheidsregio’s. Aan deze regio’s is de vraag gesteld om 50.000 opvangplekken voor Oekraïners voor te bereiden. De Veiligheidsregio’s gaan met deze opgave aan de slag.

Twee opgaven

Tegelijkertijd is afgesproken dat dit gebeurt in coördinatie met de andere opgave die er ligt: de opvang van reguliere asielzoekers in Nederland. Het COA heeft voor 1 juli nog zo’n 7.000 plekken nodig om aan de asielopgave te voldoen. Deze twee opgaven worden nu gecoördineerd aangepakt. Als dat niet gebeurt lopen er straks twee zoektochten in Nederland en dreigt het risico op dubbeling of zelfs verdringing.

'Vragen combineren'

Schoenmaker: “De situatie in Oekraïne is verschrikkelijk, miljoenen mensen zijn of zullen op de vlucht gaan. Dat raakt mensen en gemeenten in Nederland en ons ook. Het is dus erg mooi dat er zoveel aanbiedingen komen voor opvang. Tegelijkertijd zitten er bij het COA heel veel asielzoekers en statushouders uit andere landen, die al maanden in een evenementenhal of paviljoen wachten op nieuwe locaties. Wij denken dat het nodig is die twee vragen te combineren, om optimaal gebruik te maken van de plekken die er zijn en nog gaan komen.

Als er namelijk niet op zeer korte termijn locaties worden gevonden voor asielzoekers, dreigt opnieuw (crisis)noodopvang. Dat is nog te vermijden, maar dan moet het nu wel slim en vooral goed gecoördineerd worden aangepakt. Daar is nu toe besloten en het COA staat klaar daaraan bij te dragen. Vanuit onze rol – opvang en begeleiding van asielzoekers – werken we samen met de veiligheidsregio’s en de gemeenten.’’

De meeste Oekraïners hebben een verblijfsstatus en komen daarom niet in de asielopvang. Zij worden opgevangen door de gemeenten. Zodra er nieuwe locaties voor de opvang van asielzoekers in beeld zijn, zal het COA deze realiseren en hier de opvang en begeleiding doen, zoals dat momenteel al op 112 locaties gebeurt.

Lees meer in de brief 'Opvang vluchtelingen uit Oekraïne' aan de Tweede Kamer.