“Al die fietsers. Ik wist niet wat ik zag toen ik de eerste keer door Drachten wandelde. In Somalië fietsen vrouwen niet. Dat is ongehoord. Maar, ik besefte al gauw dat fietsen mij veel kon brengen. De supermarkt was drie kwartier lopen. Dat ging fietsend vast veel sneller. Ik kreeg een korte fietsles van een medebewoonster op het azc-terrein. Aarzelend fietste ik mijn eerste rondje. Ik viel een keer. Stond weer op. En daar ging ik. Fietsen gaf mij vrijheid. Ineens kon ik gaan en staan waar ik wilde.

Tot anderhalf jaar geleden was ik de eigenaresse van een eethuisje in een Somalisch stadje. Ik serveerde traditionele gerechten, zoals loempia’s en rijst met granen. Mijn klantenkring bestond grotendeels uit veehandelaren die in hun pauze een hapje kwamen eten.

Halsoverkop

Aan mijn vertrouwde leven, kwam ineens een einde. De radicaal Islamitische Beweging Al Shabaab bedreigde mij met de dood. Ik moest vluchten. Zelfs afscheid nemen van mijn moeder, mijn dochter, twee zoontjes en pleegdochter was te gevaarlijk. Met alleen mijn handtas als bagage verliet ik halsoverkop mijn huis.

Een smokkelaar regelde een vals paspoort waarmee ik naar Europa vloog. Op een donkere winteravond stapte ik in Friesland uit de trein. Ik rilde van de kou in mijn Somalische kleding. Ik had geen idee waar ik was beland.

Douchen

Nederland en Somalië verschillen als dag en nacht, stelde ik al snel na aankomst in azc Drachten vast. Alles ging hier zo veel makkelijker. Als ik wilde douchen, draaide ik de kraan open. In Somalië had ik thuis geen douche. Ik had sowieso geen kraan. Als ik daar mijn haren wilde wassen, sjouwde ik eerst liters water op mijn hoofd naar huis.

Ook was ik stomverbaasd toen ik zag hoe boeren hier hun land omploegen met machines. Tak, tak, tak. En klaar. In Somalië gebeurt dat nog met de hand. En het eten dat was natuurlijk totaal anders. Al dat brood in het azc!

Non-stop

Stapje voor stapje bouwde ik aan mijn nieuwe leven hier. Ik begon met lessen Nederlands als tweede taal. En ik startte als vrijwilliger. Ik hielp een handje bij de activiteiten van een vrouwengroep. Maar door corona lag m’n leven ineens stil. Ik zat urenlang op mijn kamer en ik voelde de muren op me afkomen. In Somalië dopte ik mijn eigen boontjes. En ik was daar altijd non-stop in touw. Ik wilde weer werken!

Nu ik een baan heb, zit ik gelukkig weer stukken beter in mijn vel. Twee keer per week maak ik met een team huisjes schoon op een vakantiepark. Vijf uur lang boenen en schrobben. Mijn baas haalt me altijd op bij het azc. In zijn snelle auto zoeven we dan in 30 minuten naar het vakantiepark.

Uitstapje

Ook vind ik het fijn dat ik in Nederland nieuwe vrienden heb gemaakt. Zo raakte ik goed bevriend met een Somalische medebewoonster. Zij is ook moeder, en heeft drie kinderen. Ik help haar vaak een handje. Een andere vriendin woont al langer in Nederland. Met haar maakte ik onlangs een uitstapje naar Rotterdam. Dat was een geweldige dag. Er zit daar een Somalische winkel. Ik ging terug naar huis met een tas vol heerlijke olie en kleurige Somalische kleding.

Ik heb nu veel Somalische vrienden. Ik wil graag meer Nederlanders leren kennen. Op mijn werk knoop ik zo nu en dan al een praatje aan met mijn Nederlandse collega’s. En ik hoop stapje voor stapje mijn netwerk verder uit te breiden. Het liefst in Drachten. Binnenkort zet ik namelijk een grote stap. Ik verhuis naar een rijtjeshuis, met voor- en achtertuin.

Gezinshereniging

Mijn grote wens is dat mijn drie kinderen en pleegdochter bij mij in Drachten komen wonen. VluchtelingenWerk helpt me bij het aanvragen van gezinshereniging. Maar, die procedure duurt lang en is erg ingewikkeld. Ik mis mijn kinderen enorm. Af en toe spreek ik ze. Maar die telefoongesprekken lopen vaak stroef. Mijn twee zoontjes begrijpen weinig van de hele situatie. De jongste was pas anderhalf toen ik vluchtte.

Ondanks het gemis, probeer ik optimistisch te blijven. En als alles me toch even te veel wordt, dan trek ik mijn hardloopschoenen aan en ren ik het azc-terrein af. Een uur lang ren ik dan tussen de uitgestrekte Friese weilanden door. Even rust en mijn hoofd leegmaken.”