“Bij het COA geef ik Nederlandse taalles aan bewoners die, naast de officiële taalcursussen, behoefte hebben aan extra ondersteuning. De meeste deelnemers willen graag meer weten. Of ze hebben een specifiek taalprobleem. Vanuit de vragen en behoeften van de bewoners bedenk ik een les. En soms komen de bewoners zelf met iets waarmee ze aan de slag willen, bijvoorbeeld een liedje. Zo hebben we al gewerkt met liedjes van André Hazes, verhalen van Annie M.G. Schmidt en het weerbericht.”

Nieuwsgierig

“Een paar jaar geleden was er door het grote aantal asielzoekers in Zeist een initiatief om taalles te geven. Uit nieuwsgierigheid ben ik toen een kijkje gaan nemen. Ik had nog nooit een azc van binnen gezien. Zo ben ik als gepensioneerd leraar Nederlands eigenlijk in dit vrijwilligerswerk gerold. Dat ik leraar Nederlands ben geweest, helpt mij in de voorbereiding van de lessen.”

Verschillen en saamhorigheid

“Het bijzondere aan het geven van taalles is voor mij de ontdekking dat de verschillen tussen de mensen uit één land groot kunnen zijn, maar dat bepaalde mensen uit totaal verschillende landen weer veel overeenkomsten kunnen hebben. Dat ook binnen een groep vluchtelingen uit één land  veel diversiteit bestaat. Net als Nederlanders, hebben ook Syrische vluchtelingen verschillende achtergronden en beroepen. Daarnaast zie ik veel overeenkomsten tussen asielzoekers uit verschillende landen die bijvoorbeeld hetzelfde beroep uitoefenen: aannemers verschillen niet zo veel van elkaar, of ze nu uit Iran of Jemen komen. En voor leraren geldt net zoiets. In de taalles gaat iedereen vriendelijk met elkaar om en zitten de Turkse mensen gezellig te kletsen met de Koerdische mensen. Deze mensen willen geen oorlog maken, het zijn de machthebbers die dat doen. De kleine momenten vind ik het leukst: we hebben een pauze met koffie, thee en koekjes. De bewoners nemen steeds vaker zelf koekjes mee.”

Overbruggen van verschillen

“Door dit vrijwilligerswerk zie ik hoe moeilijk het is om de afstand in taal en cultuur tussen het land van herkomst en Nederland te overbruggen. Talen zijn heel abstract, dus met alleen een woordenlijst kom je er niet. Als iemand heeft geleerd wat ‘lekker’ betekent en hij hoort in een kinderliedje van Annie M.G. Schmidt ‘Ik ben lekker stout’, dan kan hij flink in de war raken. Daarom moet een leraar het gevoel voor dit soort taalzaken hebben. Soms levert dat grappige situaties op: er kwam een keer een aardige en zeer gemotiveerde Eritrese bewoner naar me toe. Hij vroeg zich af wat ‘hij is noten’ betekent. Ik probeerde hem uit te leggen dat we in het Nederlands ‘hij heeft noten’ zeggen. Maar deze jongen had echt ergens de zin ‘hij is noten’ gelezen. Uiteindelijk kwamen we erachter dat hij met een vertaalprogramma het Engelse ‘he is nuts’ (hij is gek) naar het Nederlands had vertaald. En daar kwam ‘hij is noten’ uit.”
12-2019