“In juni kwam ik op de Dag van de Medewerker van het COA MaryAnn tegen, mijn eerste casemanager in het azc. We stonden op het festivalterrein van de Efteling. Ik zei tegen haar: ‘Kun je je de cirkel herinneren, waar we het in 2013 over hadden?’ In dat jaar werd mijn asielaanvraag afgewezen en had ik een moeilijke tijd. MaryAnn tekende toen een cirkel en zei: ‘Hier sta je nu, je bent aan het vallen, maar er komt een tijd dat je daar staat en weer gaat klimmen.’ Dat geloofde ik op dat moment niet, maar ik ben het nooit vergeten.

Activist

Ik ben in 2009 met mijn gezin uit Turkije gevlucht, omdat ik daar als politiek activist niet langer veilig was. Op dinsdag 16 juni landde ons vliegtuig op Schiphol en de zaterdag erna werden we naar azc Dronten gebracht. De eerste dagen waren spannend, want alles was onbekend. Ik weet nog dat ik melk moest kopen voor onze baby, maar niet wist waar de supermarkt was. Gelukkig kregen we van het COA voor een paar dagen babyvoeding en maaltijden voor onszelf. Een ander Koerdisch gezin ging die week met ons naar de stad en legde uit waar alles was.

Hoopvol

In het begin was ik hoopvol. Advocaten zeiden dat er genoeg bewijs was voor mijn onveilige situatie in Turkije. Ik wilde in Nederland snel een nieuw leven opbouwen en startte daarom met lessen Nederlands. Drie keer per week fietste ik op een oude fiets naar de hogeschool in Zwolle. Vijftig kilometer heen en terug, door regen, sneeuw, min 5 graden, het maakte me niet uit. De eerste weken had ik enorme zadelpijn, maar daarna raakte ik aan het fietsen gewend. Onderweg kwam ik soms casemanager MaryAnn tegen die met de auto naar haar werk ging en dan zwaaiden we naar elkaar.

Detentie

Na drie jaar, in april 2013, ging het opeens bergafwaarts. Onze asielaanvraag werd na de asielprocedure en een hoger beroep afgewezen en we moesten naar de gezinslocatie in Den Helder. Daar werd ik op een dag van mijn bed gelicht en aangehouden door de Vreemdelingenpolitie. ‘U verblijft illegaal in een azc,’ zeiden ze. Ik werd naar detentiecentrum Schiphol gebracht. In de cel kwamen al mijn trauma’s naar boven en ik kon dagen niets eten, dronk alleen koffie en rookte veel. Toen ik voor de rechter moest komen, heb ik mijzelf in het Nederlands verdedigd. De aanklacht bleek onterecht, en ik zag zelfs tranen in de ogen van de rechter.

Paniekaanvallen

Ik was weer vrij en mocht terug naar mijn vrouw en kinderen in Den Helder. In de maanden dat we daar waren, heb ik met nieuwe feiten een herhaalde asielaanvraag ingediend en daarna verhuisden we naar een regulier azc in Winterswijk. Daar ging het steeds slechter met mij. Ik had last van paniekaanvallen en kreeg de diagnose PTTS, posttraumatische stressstoornis. Ik heb in die tijd meerdere keren contact opgenomen met het COA in Dronten, omdat ik terug wilde naar dat azc. Zodra het beter ging, wilde ik weer op de fiets naar Zwolle en verder met mijn lessen Nederlands.

Hulp

In de zomer van 2014 kwamen we voor de tweede keer aan in azc Dronten. De oude houten bungalows waren verdwenen. We werden in een gloednieuwe bungalow geplaatst, met drie slaapkamers en een klein woonkamertje voor onszelf. De COA-medewerkers hebben mij in deze periode ontzettend goed geholpen. Ik liep bij een psycholoog, kreeg medicijnen tegen depressie, maar kon nog steeds slecht tegen prikkels. Toch moest ik regelmatig naar de infobalie om dingen te regelen, bijvoorbeeld een dagkaart voor vervoer naar de advocaat. Als medewerkers zagen dat ik het niet trok, brachten ze de dagkaart even later naar onze bungalow.

Fiets

Toen ik genoeg was hersteld, stapte ik weer op mijn fiets naar Nederlandse les in Zwolle. Dit keer op een elektrische fiets, want door de medicijnen was ik na twee kilometer al kapot. Sommigen zeiden: ‘Yusuf, je bent een asielzoeker en je hebt een hele dure fiets!’ Dan legde ik uit dat ik jarenlang reiskosten had bespaard. Ik ging ook vrijwilligerswerk doen in het azc en startte met de mbo-opleiding Verzorgende IG. Dat was iets heel anders dan de technische studie Mechatronica die ik in Turkije had gedaan, maar ik kon geen zwaar werk meer doen en wilde graag andere mensen helpen.  

Gefeliciteerd

Al die tijd waren we natuurlijk bezig met onze asielprocedure. We dienden een aanvraag in voor het kinderpardon, maar ook die werd afgewezen. Uiteindelijk vroegen we een verblijfsvergunning aan op humanitaire gronden en in de herfst van 2017 belde mijn advocaat: ‘Gefeliciteerd, jullie hebben een verblijfsvergunning!’ Ik geloofde het niet en zei: ‘Je liegt, je houdt me voor de gek.’ Hij zei: ‘Nee Yusuf, ik had net de IND aan de lijn en je hebt een verblijfsvergunning.’ Ik ben toen naar mijn nieuwe casemanager gegaan, MaryAnn werkte toen al niet meer in Dronten. Het stond nog niet in het COA-systeem staan, maar hij bevestigde het een paar dagen later.

Trauma’s

Na nog negen maanden wachten, kregen we een huis in Zwolle. Dat was fijn, want daar studeerde ik en had ik vriendschappen opgebouwd. ‘Is dit echt ons huis?’ zei ik in de eerste weken steeds hardop tegen mezelf. Het was een tegenstrijdige tijd. Ik was blij met ons eigen huis, maar startte ook met een intensieve traumabehandeling. Een jaar lang vertrok ik op zondag naar ARQ Centrum’45 in Oegstgeest en kwam ik vrijdagavond weer thuis. De therapie hielp mij bij het verwerken van mijn trauma’s, waardoor ik beter in staat was om een normaal leven op te bouwen.   

Leerwerktraject

Ik wilde graag bij het COA werken en nam de afgelopen jaren regelmatig contact op met de locatiemanager van azc Dronten: ‘Heb je een vacature, zodat ik iets voor bewoners kan betekenen? Ik kan goed met ze in contact komen, voelen wat zij voelen.’ Vorig jaar september appte zij mij: ‘Wil je nog steeds bij het COA werken?’ Ik reageerde gelijk en heb toen een tijdje via StartPeople in het azc gewerkt. Om als woonbegeleider bij het COA in dienst te kunnen, heb ik echter een ander diploma nodig. Toen de locatiemanager vorig jaar vroeg of ik een leerwerktraject bij het COA wilde doen, voelde dat dan ook als een cadeau.

Buikpijn

Ik maakte eerst mijn tolkopleiding af en startte dit jaar met het leerwerktraject. De eerste weken kreeg ik buikpijn als ik langs de bungalow liep waar ik had gewoond en dacht: ‘Verdien ik het wel om hier te zijn?’ Gelukkig is dat gevoel nu weg. Het werk gaat me goed af: gesprekken voeren met bewoners, kamerbezoeken doen, ingrijpen bij incidenten. Het enige wat me nog niet lukt, is achter de infobalie staan. Dan zeggen collega’s: ‘Yusuf, waarom ben je zo gespannen, je trekt je schouders omhoog.’ Acht jaar lang stond ik aan de andere kant van de balie, was ik degene die om hulp vroeg. Misschien moet ik dat nog verwerken?

Collega’s

Ik ben dankbaar voor alle hulp van COA-medewerkers in al die jaren, dat is de belangrijkste reden dat ik hier nu werk. Ook wil ik graag bewoners van het azc helpen. Als asielzoeker heb ik in het azc de locatiemanager en veel van mijn andere collega’s leren kennen. Toevallig was vandaag bij de middagoverdracht de vrouw die ons in 2009 welkom heette en ons naar de bungalow bracht. Ik moest bijna huilen, zei met tranen in mijn ogen: ‘Sorry, dit is een heel bijzonder moment voor mij. Jij was mijn eerste contactpersoon bij het COA en nu zitten we hier als collega’s aan dezelfde tafel.’”

Dit verhaal is gepubliceerd in oktober 2022.