“Ik ben me heel bewust van mijn soft skills. Ik heb goede communicatievaardigheden, doorzettingsvermogen en geduld. Als je moet vluchten, zoals ik, heb je misschien automatisch veel doorzettingsvermogen. Geduld was belangrijk tijdens de gevaarlijke reis, vaak zonder eten en drinken. Maar geduld is ook een goede soft skill als je moet wachten tijdens de asielprocedure en als je met zeven mensen samen in een ruimte moet leven.”

Zelf je pad uitstippelen

“In Eritrea behaalde ik een diploma van een opleiding vergelijkbaar met Social Work. Dat diploma werd in Nederland erkend. Maar de Nederlandse arbeidsmarkt was nog helemaal nieuw voor mij. In Eritrea bepaalt de overheid alles. Een cv of solliciteren is niet nodig. Maar in Nederland moet je zelf je pad uitstippelen. Dat is uiteindelijk gelukt, maar ik heb wel veel moeten leren.”

Oogcontact

“Ik zat jaren geleden in de trein met een Nederlandse man van een jaar of 50. We hadden een heel leuk gesprek. Maar na een tijdje vroeg hij ineens waarom ik hem niet aankeek. In onze cultuur is oogcontact niet netjes. En in Nederland juist wel. Goed dat ik daar toen achter kwam en niet tijdens mijn eerste sollicitatiegesprek. Eigenlijk had ik vijf jaar geleden ook wel de VOORwerk-training willen volgen.”

  • alt=""
    © Rick Keus

Veel steun

“Toen ik een verblijfsgunning kreeg en mijn inburgering afrondde, werd ik toegelaten tot een leer-werktraject Verzorgenden IG (individuele gezondheidszorg, red.). Daarna vond ik werk als ambulant gezinsbegeleider en trainer voor Eritrese statushouders. Toen wees iemand me op de vacature van VOORwerk-trainer bij het COA. Ik ben blij met de overstap naar het COA. Toen ik zelf in het azc woonde, heb ik altijd veel steun gevoeld van medewerkers van het COA en VluchtelingenWerk. Fijn dat ik nu iets terug kan doen en iets kan betekenen voor mensen die in dezelfde situatie zitten als ik nog niet zo lang geleden.”

Het project VOORwerk wordt grotendeels gefinancierd door het Europese Fonds voor Asiel en Migratie en Integratie (AMIF).

Dit verhaal is gepubliceerd in september 2020.