Mohamed Al Tayeb (31) woont sinds december tijdelijk in een hotel in Hoofddorp. Er is in Nederland een groot tekort aan huizen en hij kreeg deze woonruimte aangeboden door de gemeente Haarlemmermeer. Natuurlijk is Al Tayeb daar blij mee. Voorzichtig formulerend: “Het is alleen super luxe, dat past niet echt bij mij. Zelfs mensen in Nederland wonen niet op zo’n plek. Normaal verblijven hier alleen vakantiegangers.”

Is je nieuwe kamer geschikt als opnamestudio?

“Jaaaa, dat is waar ik zo blij mee ben. Hier heb ik alle vrijheid om te oefenen en muziek op te nemen. In het azc kon ik mijn nieuwe super gevoelige microfoon niet gebruiken, vanwege de geluidsoverlast. Nu kan ik tenminste de hele dag veel zingen.” Lacht. “Reacties van buren heb ik nog niet gehad, iedereen leeft hier erg op zichzelf.”

  • © Kick Smeets

Hoe moeilijk was het om muziek te maken in Soedan?

“In Soedan is het überhaupt rebels om muzikant of zanger te zijn. In het eerste jaar van mijn studie Elektrotechnologie startte ik met mijn eerste band. Het was altijd lastig om te oefenen, een repetitieruimte te vinden, songs te maken met onze verborgen politieke boodschappen. Na mijn studie zocht ik werk als IT-docent in Khartoem. Tenminste, dat vertelde ik mijn familie. Ik ging er vooral heen om muziek te maken. Het lukte ons om op te treden voor buitenlandse organisaties en we werden populair in de stad.”

In 2015 werd je als finalist van een Arabische talentenjacht op tv bekend in het Midden-Oosten. Dat was een kantelpunt.

“Ik maakte daarna op een politieke manier gebruik van mijn bekendheid. Ik kom uit een politiek nest en protesteerde op de universiteit al tegen de regering die vanaf 1989 een schrikbewind voert. In 2016 was er weer een protestactie die ik steunde op social media. Een jaar later bracht ik een liedje uit over hereniging van het land en mijn steun aan het christelijke Zuid-Soedan. Dat mocht natuurlijk niet. Na protesten in 2018 werd ik opgepakt en zat ik drie dagen in de gevangenis. Daarna was ik elke dag bezig met mijn nieuwe missie: weg uit Soedan.”

Hoe kwam je in juni 2018 in Nederland terecht?

“Mijn plan was om naar Londen te gaan en we kwamen voor een tussenstop aan op Schiphol. Na een paar dagen zeiden de smokkelaars dat ik in Nederland moest blijven. Ik had geen idee waar ik was. Ik heb asiel aangevraagd in Ter Apel en kwam daarna in zes verschillende azc’s terecht. In azc Arnhem woonde ik twee jaar en had ik een gouden tijd. Iedereen hielp me, ik kon er muziek maken, vrijuit praten. Arnhem heeft een supergrote bibliotheek waar ik vaak kwam. Toen ik een optreden had in de stad, hing de bieb een grote foto van mij op het gebouw. In Arnhem voelde ik me meer dan welkom.”

  • © Kick Smeets

De song Sumood en de EP Kalam maakte je in het azc.

Sumood componeerde ik in azc Amsterdam, waar ik in maart 2020 naartoe ging. Met Kalam was ik in Arnhem al bezig, maar ik deed het meeste werk in Amsterdam. Kalam betekent ‘woorden’. Woorden die gezegd moeten worden. Mijn liedjes gaan over dingen die het Soedanese volk meemaakt: de oorlog in het westen, gewapende milities die aan de macht willen komen, mensen die in supersimpele huizen wonen en zelfs die kwijtraken. De enige manier om hun verhaal te vertellen, is door het in een kunstvorm te gieten.”

Wat hoop je te bereiken?

“Dat er iets verandert in Soedan. Ik hoop dat veel mensen naar mijn muziek luisteren en weten dat er verschrikkelijke dingen gebeuren in Afrika. Dingen waar ze het in de media niet over hebben.”

Al je liedjes zing je in het Soedanees. Ben je ook Nederlands aan het leren?

“Natuurlijk!” Zingt: “Laat me, laat me mijn eigen gang maar gaan…” Lacht. “Natuurlijk, natuurlijk, ik wil in het Nederlands zingen, daar werk ik aan. Maar ik wil niet dat mensen gaan lachen zoals jij nu doet. Ik wil accentloos Nederlands kunnen zingen. In mei 2021 kreeg ik mijn verblijfsvergunning en ben ik op de Vrije Universiteit in Amsterdam gestart met een cursus Nederlands op A2-B1-niveau. Ik spreek nu een beetje Nederlands, wat ook handig is voor de opleiding die ik nu doe.”

  • © Kick Smeets

Je doet de eenjarige mastercursus ‘Curatorial Practices in Music’ bij Artez University in Arts. Wat is je doel?

“Ik hoop dat ik hierdoor een beeld krijg van de muziekwereld in Nederland. Tijdens de cursus moet ik een projectplan maken voor een artistiek evenement. Het duurde drie dagen voordat ik geloofde dat ik was toegelaten tot deze opleiding. Het is mijn eerste muziekstudie, ik heb er superveel zin in. Het liefst ga ik fulltime aan de slag als muzikant, maar het belangrijkste is dat ik werk vind en niet met een uitkering thuiszit. Ik heb ook ervaring in de IT. Na mijn opleiding besluit ik wat ik ga doen.”

In het azc had je altijd een casemanager waarmee je gesprekken had over de toekomst. Hielpen zij jou op weg?

“In Amsterdam had ik eerst Lucia en daarna MaryAnn als casemanager. Zij hebben me allebei zo goed geholpen. ‘Je kunt het beste dit doen…of dat doen…’, zeiden ze dan. MaryAnn vertelde dat ik Nederlands kon leren op de VU en zocht uit welke muziekstudies er zijn. De casemanagers legden niet alleen uit hoe het in Nederland werkt, maar motiveerden me ook om stappen te zetten.”

Aan welke muziek werk je op dit moment?

Zingt een deuntje: “Ta-da-da-daaa…” Lacht. “Ik moet eerst snel mijn studie afmaken, zodat ik tijd heb om nieuwe muziek maken. Gisteren zijn er in mijn geboortestad weer twee jonge mensen van begin twintig vermoord. Ik wil een song uitbrengen over mensen die in deze tijd in Soedan leven. Maar ik wil ook een lied maken over olifanten en ivoorhandel. Soedan is de grootste exporteur van ivoor in de hele wereld.”  

Op Spotify staat een foto van jou met rode tape op je mond.

“Ik ben vrijer dan in Soedan, maar ik heb natuurlijk niet alle vrijheid van de wereld. Mijn laatste lied Janjaweed gaat over de positie van het leger in Soedan. Daarmee nam ik best een risico. Ik heb familie in Soedan, en alles wat ik hier maak, kan gevolgen hebben voor hen.” 

  • © Kick Smeets

Mohamed Al Tayeb kreeg tijdelijke woonruimte via de hotel- en accommodatieregeling. Statushouders in een azc die op definitieve huisvesting wachten, kunnen zo alvast in hun toekomstige gemeente gaan wonen en eerder starten met hun inburgeringstraject.

Dit verhaal is eerder gepubliceerd in VreemdelingenVisie februari 2022.