Sinds 1994 vangt de Zuid-Limburgse gemeente in azc Imstenrade maximaal 400 asielzoekers op. Op hetzelfde terrein bevindt zich inmiddels ook een procesopvanglocatie voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv). De jongeren, allemaal tussen 15 en 17 jaar, verblijven hier in afwachting van hun asielprocedure. Bij een positieve beslissing vóór hun 18e stromen ze door naar een NIDOS-opvang; na hun 18e naar een regulier azc.

“We hebben bijna 30 jaar een azc”, aldus de burgemeester. “Dat gaat altijd al goed. Sinds we ook alleenstaande jongeren opvangen, is er wel wat meer gedoe. Soms is dat vervelend, maar we moeten het ook niet groter maken dan het is. Stel, je zet 50 Nederlandse jongeren bij elkaar en je laat ze de hele dag niets doen, dan krijg je ook vanzelf gedoe.” 

Uit solidariteit

Vorig jaar nam de gemeente, samen met het COA, het besluit om het huidige azc te vervangen door nieuwbouw. “Daar was geen discussie over in mijn college. Dat zegt wel wat”, aldus Wever. “Wij zijn een sociale gemeente die sociale problemen kan aanpakken. Wij hebben de Spreidingswet niet nodig. Wij voldoen al aan de opvangplekken volgens het verdeelbesluit. Ook uit solidariteit met onze collega’s in het noorden van het land bijvoorbeeld. Kijk naar de inspanning die Ter Apel en buurgemeenten leveren. Daar kun je u tegen zeggen De wet is een stok achter de deur voor gemeenten die niets doen; zij moeten zich daar iets van aantrekken.”

De burgemeester pleit vooral voor duidelijkheid. “Ik begrijp de discussie over het aantal asielzoekers dat naar Nederland komt, maar je moet je blijven bedenken: we leven in een turbulente wereld. Wanneer er nood is, hebben wij de plicht om mensen op te vangen. Op een humane manier. We zijn een rijk, welvarend land. Als er gepraat wordt over versobering van de asielopvang, neem ik deze mensen graag mee naar een azc en zeg ik: ‘Ga daar maar een week zitten.’ Het zijn veredelde containers, met een keukentje erin.”

Burgemeester Roel Wever van Heerlen
© Gemeente Heerlen

Not in my backyard

Heerlen heeft volgens de burgemeester geluk bij het draagvlak onder de inwoners. “Daar hoeven we als gemeente niet veel aan te doen. Het scheelt wel dat het azc ‘gunstig’ ligt, dus niet midden in een woonwijk. Als er een tweede azc midden in een woonwijk zou komen, dan weet ik ook niet hoe daarop gereageerd wordt. Want uiteindelijk is het ook vaak in onze maatschappij: ‘not in my backyard’.”

Waar het ‘kan en mag’, probeert de gemeente asielzoekers en statushouders zo snel mogelijk te laten participeren.  Zo speelt in Heerlen de Bovengrondse Vakschool een belangrijke rol in de arbeidsmarktintegratie van statushouders. Deze vakschool biedt opleidingen in drie sectoren aan: vakwerk, dienstwerk en zorgwerk. “In het azc zit veel talent”, aldus Wever. “Wanneer asielzoekers een status krijgen, willen we werkgelegenheid zo snel mogelijk regelen.”

Spanning op de sociale huurmarkt

Het is wel lastig voor statushouders in Heerlen om een reguliere woning te krijgen. “Dit is een hobbel. Eigenlijk een dubbele hobbel bij ons, omdat 53 procent van de sociale huurwoningen naar mensen van buiten de gemeente gaat. De wijk Heerlen-Noord trekt kwetsbare groepen aan, soms zelfs van honderden kilometers buiten de gemeente.” Het gevolg is een patroon van voortdurende instroom van kwetsbare huishoudens, die vertrekken zodra hun situatie verbetert.

"We willen voorkomen dat mensen van buiten de regio zich zomaar in onze gemeente vestigen. Tegelijkertijd moeten we inzetten op meer middenhuurwoningen en uitbreiding van de gereguleerde sector. Het wordt steeds lastiger om statushouders te huisvesten. Daarom moeten alle gemeenten hun fair share nemen.”