Ontspannen sfeer

“Bij de eerste les lopen de cursisten nog wat onwennig het lokaal binnen, een beetje zoals brugklassers op hun eerste schooldag. Elke keer als ik een nieuwe lichting cursisten ‘Basaal Nederlands’ van het azc in Winterswijk verwelkom, begint zo’n eerste les op dezelfde manier. Zodra de cursisten zitten, geef ik ze een stift en een vel papier en vraag ze om een naambordje te maken. Dan geef ik de nummer één op de presentielijst een hand. ‘Ik heet Helma’, zeg ik langzaam en duidelijk articulerend. ‘Hoe heet jij?’ Zo ga ik naam voor naam het rijtje af. Tussendoor maak ik veel grapjes waar ze voorzichtig om moeten lachen. Een ontspannen sfeer vind ik heel belangrijk.”

Niveauverschillen

“Die eerste les spreek ik meteen Nederlands tegen ze, maar ik wissel het nog wel af met Engels. Omdat de niveauverschillen in de groep vaak groot zijn, ondersteun ik mijn woorden met handgebaren en met tekeningen op het whiteboard. Ik teken bijvoorbeeld een huis en benoem de verschillende verdiepingen en vertrekken. Woord voor woord zeggen ze mij na: zolder, trap, badkamer. Vervolgens herhaal ik dat, want door mijn jarenlange leservaring weet ik dat veel herhaling helpt om je nieuwe leerstof eigen te maken.”

Spreekvaardigheid

“De lesmethode die ik gebruik is, is ontwikkeld door een COA-collega. Die sluit prima aan bij de behoeftes van asielzoekers. Maar ik maak graag zijstapjes. Ik vertel bijvoorbeeld over ons koningshuis of over democratie. En ik besteed extra aandacht aan spreekvaardigheid. Het is belangrijk dat cursisten zich in het dagelijks leven kunnen redden. Ik doe daarom ook veel rollenspellen. ‘Maak maar een boodschappenlijstje voor het avondeten’, zeg ik. ‘Ik ben winkelier. Bestel maar iets bij me.’ Iedereen krijgt een beurt, ook de verlegen cursist die nog maar een paar woordjes Nederlands spreekt.”

Taalgevoelige studenten

“Vaak vallen de taalgevoelige studenten me al tijdens de tweede les op. Laatst gaf ik les aan een student die de stof razendsnel oppikte en ontzettend gemotiveerd was. Zijn broer vertelde me dat hij zijn kamermuren had volgeplakt met geeltjes met Nederlandse woorden erop. Deze studenten willen graag nóg beter Nederlands leren. Maar ze kunnen pas verder met een vervolgcursus als ze in Nederland mogen blijven en gaan inburgeren. Vorig jaar werd me geregeld gevraagd: ‘Helma, kun jij ons toch niet wat extra lessen geven?’ Het COA gaf me daarvoor toestemming. En als er geen wachtlijsten zijn voor ‘Basaal Nederlands’ dan geef ik die lessen.”

Verhalen  

“Halverwege de les is er een koffiepauze. Dat hebben ze echt nodig na een uur Nederlands. Ik loop dan meestal naar buiten en ga zitten op een houten picknickbank, vlakbij het leslokaal. De eerste cursusweken blijven de plekken naast me nog leeg. Maar naarmate de tijd verstrijkt, komen er meer cursisten bij me zitten. Ze vertellen me over hun leven, meestal in een mengelmoes van Engels en Nederlands. Ik heb verhalen gehoord over het achterlaten van gezinnen, over het oversteken van de zee in gammele bootjes en over zorgen over hun toekomst. Ik luister. En als het nodig is, sla ik een arm om ze heen.”

Sfeer verandert

“De laatste lesweken praat ik alleen nog maar Nederlands. Tekeningen op het whiteboard om iets te verduidelijken, hoef ik nog maar zelden te maken. De sfeer verandert, die wordt losser. Er wordt luidkeels gelachen als ik een grap maak. En dan gebeuren er soms bijzondere dingen. Vorig jaar vertelde een man dat zijn vrouw, die naast hem zat, graag zingt en in haar thuisland vaak optrad. ‘Zou je niet een keer wat willen zingen?’, vroeg ik haar spontaan. En tot mijn verbazing stond ze op en ging ze zingen. Een mooi, gevoelig liedje.”

Positief advies

“Gisteren, toen ik op weg was naar de les, kwam datzelfde echtpaar opgetogen naar me toe. ‘Positief advies!’, riep de vrouw in het Nederlands. ‘We hebben positief advies!’ Zij en hun kinderen mogen in Nederland blijven. Ik gaf ze drie zoenen en liep met een blij gevoel door naar mijn klaslokaal.”

Helma Lammers (67) Is gepensioneerd en geeft sinds 2 jaar, 2 ochtenden per week de cursus ‘Basaal Nederlands’ aan asielzoekers in azc Winterswijk. Daarvoor gaf ze les in creatieve vakken en werkte ze in de geestelijke gezondheidszorg als creatief therapeut en ambulant begeleider.

Dit verhaal is gepubliceerd in november 2019.