“In maart 2016 ging azc Assen open en ben ik daar aan het werk gegaan. In een van de trainingen die ik gaf, leerde ik statushouders sociale vaardigheden die handig zijn als je in Nederland aan het werk gaat: een hand geven, op tijd komen, afspraken nakomen. Onze bewoners moesten het geleerde ook in de praktijk kunnen brengen, het liefst bij een bedrijf in Assen. Maar omdat het azc net open was, hadden we nog geen contact met bedrijven. Daarom ging ik samen met een collega die in Assen woont de boer op.

De boer op

Zo dronken we koffie op het terras van Duurzaamheidscentrum Assen, waar mensen werken met een afstand tot de arbeidsmarkt. 'Wat zou het mooi zijn als onze bewoners hier aan het werk kunnen,' zei ik. We planden meteen een afspraak met de manager en binnen een paar weken hadden de eerste bewoners daar een werkervaringsplek.

Het volgende bedrijf waar we langs gingen, was een autogaragebedrijf in Assen waar een collega zijn auto in onderhoud had. We vertelden ons verhaal en ook daar konden al snel een paar bewoners stage lopen. Niet veel later gingen er bewoners aan de slag bij een houtbewerkingsbedrijf. En ontstond er een samenwerking met de Eerste Wijk, een agrarisch bedrijf in Veenhuizen waar bewoners op het land, in de kas of in de groenvoorziening konden werken.

Warm bad

Toen dachten we bij onszelf: ‘Als dit zo makkelijk gaat, zit er vast meer in.’ Assen voelde als een warm bad, bewoners waren meer dan welkom. Na een artikeltje in de krant kwamen bedrijven ook bij óns langs. Zo is het balletje gaan rollen en inmiddels werken we samen met een heel palet aan bedrijven. Het provinciehuis, horecabedrijven, De Oude Zagerij, een verzorgingshuis, het ziekenhuis, een kinderboerderij. Er kan zelfs iemand meelopen met de schaapskudde in het Fochteloërveen.

Diploma’s

Naast de werkervaringsplekken kunnen bewoners de afgelopen jaren ook steeds meer opleidingen volgen. De meeste worden gegeven in samenwerking met de penitentiaire inrichting in Veenhuizen. We hebben een lascursus, groenopleiding, veilig werken langs de weg, bosmaaien en een heftruckopleiding. Met die diploma’s kunnen bewoners overal aan het werk.

‘Wat doe jij?’

Een van de mooiste voorbeelden vind ik een lasser die een eigen huis kreeg in Meppel. Hij had een lasdiploma en na een telefoontje met de scheepswerf in Meppel kreeg hij een vaste baan. Op zijn balkon vroeg een buurman: ‘Wat doe jij eigenlijk?’ En hij zei: ‘Ik werk bij de scheepswerf!’ Toen hij dat aan mij vertelde, dacht ik: ‘Dat is precies wat we willen bereiken.’  

Maar de werkervaringsplekken en opleidingen zijn niet meer alleen voor de statushouder. We willen dat ook de terugkeerder met bagage in zijn rugzak weggaat. Een bewoner die laatst terug moest naar zijn land van herkomst zei: ‘Dat is prima, ik werk mee aan mijn terugkeer, maar ik wil graag de laatste dag van mijn cursus bijwonen, zodat ik mijn certificaat kan halen.’ Dat geeft wel aan hoe belangrijk het is.

Slagboom

Collega’s van andere azc’s vragen wel eens: ‘Henk, hoe heb je dit allemaal opgezet, wij willen het ook zo doen.’ Ik heb echter geen checklist. Wij zijn ervan overtuigd dat onze verantwoordelijkheid niet ophoudt bij de slagboom. De samenwerking met de inwoners en bedrijven van Assen is belangrijk. We zijn een onderdeel van Assen, en zo zijn we aan het werk. Ook als er een activiteit is, bijvoorbeeld de wintermarkt in Assen of de 4 Mijl van Groningen, helpen bewoners mee.

Teamwork

En het hele team steekt er energie in. Drie of vier man werkt vooral buiten de deur en de andere collega’s hebben veel contact met bewoners. Tijdens een kamercontrole of training vertellen bewoners bijvoorbeeld wat hun beroep is, of wat hun toekomstplannen zijn. Ook de huismeester, die het vrijwilligerswerk in het azc coördineert, kent veel bewoners goed. Hij zegt tegen ons: ‘Ik ken iemand die heel goed kan timmeren’ of ‘Deze bewoner is boer en heeft een schaapskudde gehad’. Dan kijken wij wat er buiten het azc mogelijk is.

Verwachtingen

Natuurlijk hebben we niet altijd een goede match. Een keer vertelde een bewoner dat hij automonteur was, maar in de garage bleek dat hij nog geen band kon wisselen. Soms hebben bewoners verkeerde verwachtingen. Bij een houtbewerkingsbedrijf begin je met de vloer vegen en assisteren. De knop moet dan wel even om als je in Syrië meubelmaker was. Soms stopt iemand dan, of hij probeert het na een paar maanden opnieuw.

Valkuil

Het klinkt misschien tegenstrijdig, maar zelf vind ik het wel eens lastig dat we inmiddels met zoveel bedrijven samenwerken. Het moet behapbaar blijven. We willen het contact met de bedrijven en bewoners die daar werken goed onderhouden. De eerste werkdag gaan we altijd met een bewoner mee. Daarna houden we in de gaten hoe het loopt. Dat kost best veel tijd. Zelfs in coronatijd draaien de meeste bedrijven gewoon door. Eigenlijk is de grootste valkuil van dit project het succes.”