Ruim driekwart van de gemeenten voldoet (deels) aan de opgave of doet dat binnenkort. In het afgelopen anderhalf jaar zijn er 43 gemeenten met een opvanglocatie bijgekomen. De helft van de opvang is (nog) noodopvang, omdat deze sneller van start kan en het ontwikkelen van reguliere opvanglocaties tijd kost. Om de asielopvang in Nederland stabiel te krijgen, is er nog werk aan de winkel. Behalve het doorzetten van de Spreidingswet, is ook een degelijke begroting nodig met stabiele financiering.
Verdeelbesluiten
Volgens de verdeelbesluiten van de minister van Asiel en Migratie moeten gemeenten op 1 juli in totaal 101.500 plekken leveren. Dat is met 74.500 plekken voor driekwart gelukt. De aantallen uit het verdeelbesluit zijn nog niet gehaald, maar de wet heeft onmiskenbaar beweging gebracht in de asielopvang. Het COA is sinds de invoering van de Spreidingswet met 50 nieuwe gemeenten in gesprek over concrete locaties.
Uit de tussenbalans blijkt dat van de 342 gemeenten bijna driekwart van de gemeenten geheel of deels aan de opgave voldoet en een kwart niet. In het afgelopen anderhalf jaar zijn er per saldo 10.000 plekken bijgekomen en het COA verwacht er het komend halfjaar nog ongeveer 7.500 bij. Met name in Limburg, Noord-Holland en Zuid-Holland is het aantal opvangplekken relatief hard gestegen. Ongeveer de helft is tijdelijk noodopvang en verlenging daarvan is op dit moment nog noodzakelijk om alle mensen een opvangplek te kunnen bieden.
COA-bestuursvoorzitter Milo Schoenmaker: “We zien dat er veel in beweging is gekomen dankzij de wet en dat is vooruitgang. De opvang is beter verspreid, er is een gezamenlijke werkwijze en meer gemeenten doen mee. Het is nog niet genoeg, dat zien wij ook. We zijn nog te afhankelijk van noodopvang. Uit de praktijk weten we dat het ontwikkelen van reguliere locaties tijd kost. We hebben te maken met ingewikkelde besluitvorming, vergunningen, stikstofnormen en beperkte bouwcapaciteit. Geef de Spreidingswet dus de tijd om haar werk te doen.”

Opbrengsten op de langere termijn - van noodopvang naar stabiele locaties
De Spreidingswet blijkt een duw in de rug om meer opvangplekken te realiseren, besluitvorming te versnellen en locaties te verlengen. Er is nog veel noodopvang en dat is verre van ideaal, omdat het duur is, voor veel verhuizingen zorgt, onrust brengt en onderwijs, participatie en zorg belemmert. De wet beoogt duurzame opvanglocaties, maar tijdelijke locaties zijn eerder te realiseren en dus voor nu een tussenoplossing om te komen tot voldoende stabiele locaties.
Ook na 1 juli helpt de wet bij het realiseren van locaties. Er zijn nu zo’n 120 grotendeels duurzame locaties met 27.000 opvangplekken in voorbereiding. Van planvorming tot uitvoering en een deel van de plekken is bedoeld voor vervanging van locaties en uitbreiding van bestaande locaties.Er zijn op dit moment 24 locaties concreet in uitvoering.
Schoenmaker: “We zijn met behulp van de Spreidingswet op weg om de asielopvang in Nederland goed te regelen. De wet is, samen met stabiele financiering, noodzakelijk om tot stabiele opvang te komen. Het kan beter, goedkoper, en flexibeler. Door bijvoorbeeld de niet gebruikte opvangplaatsen ook in te zetten voor andere woningzoekenden, bouwen we iets waardevols op voor heel Nederland.“