Logeren bij vrienden, familie of een gastgezin

Asielzoekers in spoor 4 van de asielprocedure en statushouders die wachten op toezegging van woonruimte door de gemeente kunnen gebruikmaken van de logeerregeling. Op die manier kunnen zij een periode bij vrienden, familie of een gastgezin verblijven. Een logeerperiode duurt in principe maximaal 3 maanden. In sommige gevallen kan deze periode in overleg worden verlengd.

Tijdens het logeerverblijf houden logeerders recht op basisvoorzieningen van het COA, zoals weekgeld en de toegang tot medische zorg. Alleen het recht op een plaats (bed) bij het COA vervalt. Logeerders vanaf 21 jaar oud krijgen daarom een extra vergoeding van het COA van € 25 per week.

Zodra statushouders woonruimte van de gemeente krijgen aangeboden, hebben ze geen recht meer op opvang door het COA en de voorzieningen die daarbij horen. Wanneer een asielzoeker een afwijzende beschikking krijgt van de IND, stopt de logeerregeling en moet de logeerder zo snel mogelijk terugkeren naar de COA-opvang.

Aanmelden via Takecarebnb

Wil je ook een statushouder bij je thuis laten logeren en zo bijdragen aan de integratie van deze nieuwe bewoner van de gemeente? Meld je dan aan voor de COA logeerregeling via Takecarebnb. De mensen van Takecarebnb verzorgen voor het COA de matching van statushouders en gastgezinnen.

Telefoon met stratscherm van MyCOA tegen een oker achtergrond met een tekening van 2 mensen aan een picknicktafel

Wat betekent deelname voor bewoners?

Niet iedere bewoner kan gebruikmaken van de logeerregeling. En deelnemers moeten met een aantal zaken rekening houden. Op MyCOA, onze informatiesite voor bewoners, zetten we alle regels voor hen op een rij. In 10 talen. Zo dragen we bij aan hun zelfredzaamheid. 

Wat bewoners moeten weten over de logeerregeling

Logeren bij een gastgezin: ‘‘Ach, waarom ook niet?’’

De Iraanse statushouder Soraya logeerde bij een gastgezin in Genne. Een halfjaar lang fietste ze van de boerderij in Genne naar haar taalcursus en vrijwilligerswerk in Zwolle. Soraya: “Op de boerderij spraken we alleen Nederlands, dus ik kon de taal steeds beter verstaan.”