In de azc-kamer van Randa is het veel leuker dan thuis, vindt Hanneke Groenteman. Ze had zelfs heimwee toen ze na twee weken logeren weer thuis was. Groenteman wijst naar de thee en koekjes die op de kleine rechthoekige tafel staan. “Dit miste ik. Samen gezellig theedrinken. In Amsterdam woon ik alleen.”
Hanneke Groenteman (78) en Randa Awad (42) doen mee aan de WijkSafari: een theatervoorstelling in de Utrechtse wijk Overvecht. Om elkaar als spelers goed te leren kennen, werd Groenteman door Awad ‘geadopteerd’. Ze woonden in maart twee weken samen in azc Utrecht, waar de Syrische schrijfster met haar dochters Leen (11) en Yara (15) verblijft.

Vlak voordat je naar het azc ging vertelde je in De Wereld Draait Door dat je best zenuwachtig was.

Groenteman: “Zou jij niet zenuwachtig zijn? Ik heb een simpel leven met familie, een leuk huis, twee katten. In een totaal onbekende situatie duiken, past niet bij mij. Maar nee zeggen, zou laf zijn. Randa heeft alles wat haar lief is achtergelaten. Dan kan ik toch wel twee weken bij een vreemde logeren?”
 

Waarom doen jullie mee aan de WijkSafari?

Awad: “Theatergezelschap Zina had op de open dag van azc Utrecht een stand. Ze zochten wijkbewoners die mee wilden doen aan de WijkSafari. Ik meldde me aan, omdat ik van theater hou. Het was een avontuur. Ik wist niet eens dat de voorstelling over mijn eigen leven zou gaan.” Awad lacht, met een droevige blik die het hele interview niet verdwijnt. 
Groenteman: “Ik werd gevraagd door Adelheid Roosen, het brein achter de WijkSafari en een vriendin van me. Ik ben naar eerdere WijkSafari’s geweest als publiek. Een geweldige ervaring, omdat ik mensen ontmoette die ik anders nooit had ontmoet. Ik zei ja tegen Adelheid, maar wist nog niet dat ik naar Randa zou gaan in het azc.” 

De Syrische Randa Awad vertrok in 2001 naar haar man in Saudi-Arabië, die daar een baan had als chemicus. Toen de oorlog uitbrak in Syrië werd Awad bedreigd, omdat ze kritisch schreef over de situatie in haar eigen land. Een toekomst met goed onderwijs voor haar dochters was ondenkbaar. Awad vluchtte in juni 2017 met haar kinderen naar Nederland. Haar man bleef in Saudi-Arabië om voor familie te zorgen.

Jullie vertelden elkaar in twee weken je levensverhaal. Wat raakte het meest?

Groenteman: “Alles… Randa had een prachtig leven met familie en een leuke man. Hier moet ze helemaal opnieuw beginnen. Als ik in Amsterdam rondfiets, zie ik mijn oude school, geboortehuis, het huis van mijn beste vriendin, de bioscoop waar ik al jaren kom. Allemaal herinneringen en ik voel me thuis. Randa heeft hier geen thuis. Toch is zij er honderd procent voor de kinderen en haar man met wie ze elke avond skypet.”
Awad: “Ik vind het bewonderenswaardig dat Hanneke op haar 78e meedoet aan de WijkSafari en niet achter de geraniums zit. Zij moest als Joods kind in de oorlog drie jaar onderduiken zonder haar ouders. Ondanks dat trauma ging ze door met haar leven. Ik ken ook mensen die psychische problemen krijgen en geïsoleerd raken.”

Jij gaat in Nederland ook door met je leven.

Awad: “Als ik niets doe, ben ik een jaar van mijn leven kwijt. Ik volg Nederlandse les, help in de azc-moestuin, bezoek andere bewoners, ga naar de bibliotheek, maak schoon in het azc, help kinderen bij de schoolbus. Elke maand ga ik in de stad naar open podium De Voorkamer. Daar lees ik verhalen en gedichten voor.”
Groenteman: “Ze zit ook bij schrijversvereniging PEN en in de WijkJury die theatervoorstellingen in Utrecht bezoekt. Randa doet zoveel. Ze zegt zelf vaak:‘I’m digging a path in society’.”

Groenteman loopt naar het keukenblokje in de kamer en zet water op voor nieuwe thee. 
“Toen ik hier logeerde ging ik overal mee naartoe,” vertelt ze. “Maar we hebben ook mijn dingen gedaan. We zijn twee keer met z’n viertjes naar de film geweest.”
Awad: “Mijn dochters en ik zijn ook bij Hanneke op bezoek geweest in Amsterdam en hebben haar katten Tommie en Pingpong ontmoet.”
Groenteman: “Ik heb een mooi huis, middenin het oude centrum. Maar de meiden keken alleen naar de katten.” Ze wijst naar een ansichtkaart op het prikbord. “Daarom heb ik die gestuurd.” Een kat met een muis op zijn hoofd en de tekst: If it was easy, everyone would do it.

Hoe moeilijk was het om twee weken samen te leven met een volstrekt vreemde?

Groenteman: “Kijk naar Randa, iedereen mag haar meteen. Ik maak makkelijk contact met mensen, maar niet iedereen vind ik zo lief als Randa. Het voelt als een jongere zus.” Ze legt haar hand op die van Awad.
Awad: “We passen goed bij elkaar. Hanneke is net als ik rustig. Ze zat veel op haar bed te lezen, keek tv, werkte op de laptop. Ze vermaakt zich makkelijk en is gek op de kinderen.”
Groenteman: “Ik voelde me in het begin een olifant in een porseleinkast. Interviewen is mijn natuur, ik ben nieuwsgierig. Nederlanders zijn brutaal, we vragen en vragen maar. Randa vroeg niet veel. Zij is erg Syrisch: beleefd en bescheiden.”
Awad: “Ik schrijf veel en dan praat ik niet, maar aan tafel hadden we veel gesprekken. Soms zei Hanneke: ‘Het is een zwaar levensverhaal om te horen, ik moet even bijkomen’. Dan dacht ik: oh, ik praat te veel.”

Voor de WijkSafari maken Groenteman en Awad samen met regisseurs Paul Koek en Titus Muizelaar een theaterscène gebaseerd op hun levensverhalen. Vanaf 14 mei is de theatervoorstelling te zien. Het podium is de straat in de Utrechtse wijk Overvecht. Het publiek reist langs verschillende speellocaties en ziet het resultaat van ontmoetingen tussen acht spelers en hun ‘adoptieouders’.

De makers zeggen: iedereen die de WijkSafari ziet, verandert.

Groenteman: “Het gaat over andere mensen ontmoeten. Ik ontmoet nooit vluchtelingen zoals Randa. Niet écht. Ik ken ze alleen van de krant, tv, radio. Tijdens deze voorstelling loopt het publiek ze tegen het lijf.”

Heeft de WijkSafari jullie veranderd?

Groenteman: “Ik wist niets van azc’s. In de kamer van Randa is het gezellig, maar daarbuiten is het troosteloos. Nergens staan planten of hangen schilderijen. Er is hier wel meer te doen dan ik dacht. Ik beschouwde het azc als een instituut, een moeilijke plek. Maar er wonen zoveel verschillende, actieve mensen.”
Awad: “Ik was bang dat Hanneke mij niet interessant zou vinden. Ze vertelden mij dat ze journalist is en radio- en tv-programma’s presenteert. Niet dat ze moeder is, oma, 78 jaar. Uiteindelijk doet dat journalist-zijn er niet toe. Wij gaan close met elkaar om, van mens tot mens.”
Groenteman: “Zoals Randa mij puur zag als journalist, levend in luxe, zo zag ik haar als een vluchteling waar je medelijden mee hebt. Nog thuis in Amsterdam was ik bang dat ik te beschermend zou zijn, dat is mijn zwakke kant. Maar zij heeft mijn hulp helemaal niet nodig. Als ik naar Randa kijk, zie ik een sterke vrouw.”

Dit verhaal is eerder gepubliceerd in VreemdelingenVisie april 2018.